Stoornisgerichte en functiegerichte therapie
Het hoofddoel bij afasietherapie is het verbeteren van de communicatiemogelijkheden in het alledaagse leven van de persoon met afasie (PMA) (Vandenborre, Visch-Brink & Mariën, 2014).
Afasietherapie bestaat algemeen uit twee stromingen (Visch-Brink & Wielaert, 2005):
- stoornisgerichte therapie
- functiegerichte therapie.
Afasietherapie.nl van Logoclicks biedt een online oplossing aan voor stoornisgerichte of cognitief-linguïstische therapie (CLT).
De twee therapie stromingen
In de behandeling van afasiepatiënten bestaan er grofweg twee stromingen: stoornisgerichte cognitief-linguïstische therapie (CLT) en communicatieve of functiegerichte therapie.
De Rotterdamse Afasie Therapie Studie (Rats 3) wees uit dat beide therapiemethoden niet verschilden in het effect op de verbale communicatie, maar CLT had wel een groter effect dan communicatieve therapie op de woordvinding, gemeten met de woordvloeiendheid- en letter- vloeiendheidtaken.
De stoornisgerichte of cognitief- linguïstische therapieën (CLT) zijn ontwikkeld op basis van linguïstische modellen van de taalverwerking. Het doel van CLT is het activeren van de onderliggende taalniveaus: de semantiek, fonologie, en syntaxis (de Jong-Hagelstein, 2011).
De doelstelling van functionele of communicatieve therapie is het verbeteren van de communicatieve vaardigheden. Cliënten worden getraind in het gebruik van hun resterende taalvaardigheden, gecombineerd met compensatiestrategieën en ondersteunende communicatiemiddelen voor het optimaliseren van de informatieoverdracht (Elman en Bernstein-Ellis, 1999).
Stoornisgerichte therapie
De stoornisgerichte therapie focust op de onderliggende stoornis van het communicatieprobleem.
De stroming gaat uit van cognitief-linguistische therapie die doelt op het herstellen van de verschillende linguïstische functies, zoals de werking van het fonologische en semantische systeem.
Naast de processen van taalverwerking, speelt de sociale context tegenwoordig een grote rol.
Functiegerichte therapie
De tweede stroming, functionele therapie, focust op communicatie in het sociale contact.
De persoon met afasie leert compensatiestrategiën voor zijn beperkingen aan en om zijn resterende talige mogelijkheden optimaal te benutten (Visch-Brink & Wielaert, 2005).
Om een maat te hebben voor het functioneren van iemands communicatie wordt het ICF model ingezet.
Afasietherapie.nl van Logoclicks biedt stoornisgerichte of cognitief-linguïstische therapie (CLT) aan.
ICF model
Het International Classification of Functioning, Disability and Health model (ICF model) is een classificatie waarmee het mogelijk is om het functioneren van de mens en de eventuele problemen die mensen daarbij ervaren te beschrijven. Bovendien kunnen de factoren die op dat functioneren van invloed zijn ook worden vastgelegd.
Mensen kunnen fysieke en psychische problemen ervaren die het dagelijks leven beïnvloeden. Factoren als pijn, beperkingen in mobiliteit en omgevingsfactoren kunnen ertoe leiden dat deze mensen niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen of hun dagelijks werk niet meer kunnen uitoefenen.
Met het ICF model kunnen de logopedisten de problemen van de PMA in kaart brengen. Het model bevat meerdere factoren die met elkaar in relatie staan en ervoor zorgen dat de logopediste een duidelijk beeld krijgt over de afasie en de contextuele factoren. (Berns et al., 2015).
Tussen de componenten ‘functies, activiteiten en participatie’ van het ICF model kan men spreken van een dynamische interactie. Deze bidirectionele manier van denken is rijker en meer relevant voor voor levensgebeurtenissen dan de vroegere lineaire verbanden (Rosenbaum & Stewart, 2004).
Wanneer er een wijziging gebeurt in één van de componenten, zal dit ook invloed hebben op de andere componenten.